Vooral grote musea trokken laatste jaren meer bezoekers

19 November 2020, 19:17 uur
Den Haag & Regio
mainImage

Vooral de grote musea in Nederland hebben in 2019 meer bezoekers getrokken. In vergelijk met 4 jaar eerder was er een toename van 12 procent, de publieksinkomsten stegen daardoor met 17 procent, zo blijkt vrijdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS.

De musea kregen vorig jaar met zo'n 34 miljoen meer bezoekers dan ooit. Ten opzichte van 2015 waren dat er 3,6 miljoen meer. Die groei is echter alleen te zien bij de grote musea, de middelgrote en kleinere musea zagen het aantal bezoekers tot 7 procent afnemen. De totale inkomsten vorig jaar bedroegen 1,1 miljard euro, 9 procent meer dan in 2015. Uit de entreegelden kregen de 616 musea samen 250 miljoen euro, meer dan ooit.  
 
Verreweg de meeste inkomsten, 82 procent, ging nar de 80 grote musea. Zij zijn ook voor een kwart van hun publieksinkomen afhankelijk van de kaart, de 408 kleine musea voor 12 procent en de 128 middelgrote voor 18 procent. Musea hebben daarnaast steeds meer inkomsten uit de museumshop en van de café's en groeiden de inkomsten uit private en publieke middelen en sponsoring.

Ondanks alles blijven de musea echter vooral afhankelijk van overheidssubsidies. In 2019 ging het om in totaal 525 miljoen euro aan overheidssubsidies, bijna de helft van de totale inkomstenen. Grote musea zijn het meest afhankelijk (63 procent) van de Rijksoverheid, middelgrote en kleine musea vooral gemeentelijke subsidies (respectievelijk 65 procent en 83 procent).

Omdat dit jaar door het geringere aantal museumbezoeken een belangrijk deel van de inkomsten zal wegvallen maar veel van de lasten blijven doorlopen, zijn veel musea aangewezen op noodsteun. De personeelskosten zijn namelijk van de lasten de grootste kostenpost, in 2019 bedroegen 465 miljoen euro, 42 procent van alle kosten. De stijgende personeelskosten hangen samen met de groei van de werkgelegenheid. In 2019 waren er 375 voltijdbanen meer (+5 procent) dan vier jaar eerder. Dat de personeelskosten bij de grote musea het hoogst waren komt volgens het CBS doordat zij vaak afhankelijk van vaste krachten, terwijl kleine musea vooral op vrijwilligers draaien.